Waar gaat dit hoofdstuk over?
Hier leer je marges op verschillende manieren vorm te geven. Je leert belangrijke begrippen (vaktaal), je maakt kennis met de opbouw, je leert de criteria kennen aan de hand waarvan je de leerdoelen voor je groep kunt formuleren, je experimenteert, je oefent en leert dat je bij alle tekstgenres marges gebruikt. Kortom: je gaat nadenken over de vorm van tekst.
0001. Belangrijke begrippen (vaktaal)
0002. Opbouw
0003. Aanwijzingen (criteria lagere orde)
0004. Criteria hogere orde
0005. Aan het werk (met Werkblad marges)
0006. Alinea’s in genres (met Leskaart marges voor gebruik bij andere vakken)
0000
1 Belangrijke begrippen (vaktaal)
Marge (witruimte)00000
00000Marge is de witruimte om je tekst (Kooijman et al., 2018).
00000Het is de ongebruikte (lege) rand.
00000Je onderscheidt marges links, rechts, onder en boven je tekst:
00000de linkermarge, rechtermarge, ondermarge en bovenmarge.
Kantlijn
00000In schoolschriften of ringbandpapier is de linkermarge meestal
00000aangegeven met de kantlijn.
00000Soms geeft een kantlijn rechts de rechtermarge aan.
00000De boven- en ondermarge zie je boven de eerste regel en onder
00000de laatste regel.
Symmetrische marge
00000Marges zijn gelijk oftewel symmetrisch als de linker- en 00000rechtermarge even breed zijn.
Asymmetrische marge
00000Bij ongelijke oftewel asymmetrische marges hebben linker- en 00000rechtermarge een eigen breedte.
00000Meestal is de linkermarge dan groter, zodat je daar nog iets in
00000kunt schrijven.
2 Opbouw
0001. Een rechte linkermarge aanhouden door:
00000♦ in taalschriften te beginnen bij de kantlijn (groep 3);
00000♦ in rekenschriften telkens evenveel ruitjes van de rand of kantlijn te beginnen (groep 3);
00000♦ op blanco papier niet bij de rand, maar telkens even ver van de rand af te beginnen
0000 0 (middenbouw).
0002. Ook een rechtermarge aanhouden door in taalschriften te stoppen waar de kantlijn van
0000 de volgende bladzijde door het papier schemert (middenbouw).
0003. Asymmetrische marges gebruiken als er veel tekst in de linkermarge komt te staan
0000 (bovenbouw en vo). Margeteksten invoegen (zie aanvullende teksten: margeteksten in ontwikkeling).
0004. Andere marges gebruiken naar keuze.
3 Aanwijzingen (criteria lagere orde)
Bij lagere ordevaardigheden gaat het om kennis en kennis toepassen,
waarbij je oordeelt met goed/niet goed, bijvoorbeeld met een vinklijst.
Kies zelf welk criterium of welke criteria je als lesdoel gebruikt!
Verschillende marges
000♦ De linkermarge loopt recht van boven naar beneden en is strak:
0000 de tekst begint op elke regel bij de kantlijn of even ver daar vanaf.
000♦ De rechtermarge is ongeveer even groot als de linkermarge.
0000 De rechtermarge loopt op het oog recht, maar hoeft niet strak te zijn:
0000 hij mag rafelen.
000♦ De bovenmarge is kleiner dan de ondermarge, zodat de tekst optisch
0000 in het midden staat.
4 Criteria hogere orde
Bij hogere ordevaardigheden maak je altijd een keuze en
beoordeel je de redenering, bijvoorbeeld met een rubric.
000♦ De marges passen bij het doel, het publiek en de context.
000♦ Kan het anders? Ja!
0000Je kunt bewust kiezen voor een andere combinatie van marges als het karakter van de tekst
0000zich daartoe leent. Een gedicht kun je bijvoorbeeld ingesprongen plaatsen, maar ook in het
0000midden of juist aan de rechterkant of meer onderaan het blad.
0000Tekst kan ook met de vorm van beeld meebuigen of een vorm hebben van zichzelf. Dan kun
0000je de marge schuin laten lopen of kiezen voor een gebogen marge.
0000Leerlingen kunnen nadenken over de vraag of en hoe aangepaste marges het karakter en
0000de inhoud van hun tekst versterken.
5 Aan het werk
Oefen de begrippen (vaktaal) en geef concrete aanwijzingen (criteria) waar marges aan voldoen.
(kerndoel 2: taal in de leergebieden en kerndoel 6: schrijven om te leren)
Gebruik het Werkblad marges.
Marges aanwijzen en maken
Laat de linker-, rechter-, boven- en ondermarge aanwijzen (in boeken of schriften).
Laat leerlingen de kantlijn aanwijzen in hun schrift.
Leer leerlingen om steeds op evenveel afstand van de rand te beginnen:
000♦ Rekenschriften: 3 ruitjes van de kant.
000♦ Taalschriften: bij de kantlijn.
000♦ Blanco papier: de breedte van twee vingers van de kant.
Laat voorbeelden zien van tekstblokken met symmetrische marges, bijvoorbeeld in bibliotheekboeken.
Leer leerlingen om in hun taal- en rekenschriften ook een rechtermarge aan te houden. Dat maakt hun werk overzichtelijker en ziet er een stuk netter uit dan wanneer ze de regels helemaal vol schrijven.
000♦ Waar de kantlijn van de vorige/volgende pagina doorschemert stoppen en naar de
0000 volgende regel springen (niet doorschrijven tot het midden van het schrift of de kant
0000 van het blad).
Marges kiezen0
Laat voorbeelden zien van tekstblokken met asymmetrische marges, bijvoorbeeld in leerboeken of informatieve boeken.
Bij aantekeningen op een notitieblok zonder kantlijn:
Leer de grootte van de linkermarge af te stemmen op hoeveel tekst daar komt te staan (zoals jaartallen of woorden).
Tekst en beeld
Laat voorbeelden zien van tekst en beeld:
000♦ Beeld boven met een enkele tekstregel of tekstblok eronder (bijvoorbeeld in prentenboeken).
000♦ Tekstblokken die met de vorm van het beeld meebewegen (bijvoorbeeld in prentenboeken).
000♦ Schuin lopende marges (bijvoorbeeld reclames of posters).
Experimenteren met marges en beeld
Leer hen bewust stil te staan bij de ordening van hun tekstblok en beeld op het blad (zie ook 13.17 Beeld. dit is in ontwikkeling).
Laat leerlingen hun tekstblok en beeld uitknippen, over het blad schuiven en de verschillende mogelijkheden eventueel fotograferen. Laat hen de verschillende mogelijkheden met elkaar vergelijken en bespreken. Leer hen redeneren over wat goed past bij de inhoud/het karakter van hun tekst, bij hun doel en eventueel hun publiek. Laat die beste passende ordening opplakken.
6 Marges in genres
Marges hebben een functie. Onbeschreven ruimte om tekst maakt de tekst overzichtelijker en prettiger leesbaar. De marges kaderen het tekstblok als het ware in en geven tegelijk ademruimte, lucht.
En de marges kunnen ook enkele woorden, getallen of beeld bevatten (zie ook 13.12 Margeteksten in ontwikkeling). In alle tekstgenres gebruik je marges als witrand. Schriftonderwijs leert je hoe je die marges maakt of kiest en hoe je ze kunt gebruiken bij taal en andere vakken.
De Leskaart marges kan je gebruiken om kort aandacht te besteden aan marges bij schrijfopdrachten voor taal of andere lessen.
In de marges kun je tekst opnemen of beeld laten doorlopen.
Vertellingen en verhalen kun je altijd illustreren met beeld: tekeningen of foto’s van de hoofdpersonen, voorwerpen, plaatsen of gebeurtenissen. Je kunt ze ook decoreren door een of meer hoeken van de bladzijden te versieren of met een decoratieve band langs de tekst. Zowel de illustraties als de decoraties kun je binnen de marges plaatsen of deels in de marges laten doorlopen.
In feitelijke en waarderende tekstgenres kun je belangrijke begrippen voor de kantlijn plaatsen of in een vergrote linkermarge (zie ook aanvullende teksten: margeteksten / zie ook beeld).
Feitelijke tekstgenres zijn aantekeningen, een verslag, beschrijving, procedure, verklaring, oproep of verzoek.
Waarderende tekstgenres zijn een beschouwing of een betoog.
Zie voor het leren schrijven van tekstgenres De Lint en Van Norden (2022).
Bronnen
De Lint, P. & Van Norden, S. (2022). Wat een goede tekst! Gids voor schrijven in tien genres voor het basisonderwijs. Boom.
Kooijman, E., Wittenberg, H. & Bergervoet, S. (2018). VéT, Vorm en tekst. Een gids bij het opmaken van werkstukken, presentaties en ander leuks… Cantal.